Op de boeken die ik geschreven heb, staat in grote letters mijn naam. Daardoor zou je misschien denken dat ik dat boek in mijn eentje heb gemaakt. Maar dat is echt niet het geval!

Het verhaal van Kookschool Appeltje-Eitje en De Wentelwens heb ik geschreven. Ook de gedichten uit Gewoon een droom heb ik gemaakt. Maar met alleen een verhaal of een serie gedichten heb je nog geen boek!

Toen ik de verhalen over Trom geschreven had (ik schreef verschillende versies voor ik helemaal tevreden was), stuurde ik ze op naar Uitgeverij Ploegsma. Voor ik ging schrijven, had ik met de mensen daar al afgesproken hoe mijn verhaal ongeveer ging worden, voor welke leeftijd het zou zijn en wanneer ik het klaar zou hebben.
De baas van een uitgeverij heet een uitgever. De uitgever bedenkt welke boeken er gemaakt zullen worden. Als schrijver mag je natuurlijk je eigen boek verzinnen, maar de uitgever beslist of het boek past bij hun uitgeverij. Zo niet? Dan kun je het bij een andere uitgeverij proberen, of het boek zo aanpassen dat het wel bij deze uitgeverij past.
Mijn verhaal over Trom werd bij uitgeverij Ploegsma gelezen door de redacteur. Een redacteur is iemand die heel goed kan lezen en precies weet wat er goed of nog niet zo goed is aan een verhaal. De redacteur stuurde me mijn verhaal terug met haar op- en aanmerkingen, die ik vervolgens ging verwerken. Dankzij de redacteur werd mijn verhaal nog veel beter, want als schrijver kijk je gemakkelijk over je eigen fouten heen.
Het verhaal was nu helemaal af, maar er moesten nog illustraties (tekeningen) bij gemaakt worden. Ik kan zelf wel schrijven, maar in tekenen ben ik niet zo goed. Daarom werd er door de redacteur een illustrator gezocht die tekeningen kon maken die goed bij mijn verhaal pasten. Natascha Stenvert wilde dat doen. Ze heeft niet alleen getekend, maar ook stukjes van foto’s gebruikt. Op de voorkant van Kookschool Appeltje-Eitje zie je een echte boom en echte huizen. De gezichten van Trom en Jelmer heeft Natascha getekend, maar als je goed kijkt, zie je dat de stofjes van hun kleren ook foto’s zijn. Ook de spijkerbroeken op de voorkant van De Wentelwens zijn van echte spijkerstof gemaakt. Leuk he? Bij de zwart-wit-tekeningen in de boeken heeft ze dat ook gedaan. Kijk maar eens of je dat kunt ontdekken.
Nu was het verhaal klaar en de tekeningen ook, maar het boek was nog niet af. Een vormgever kreeg de opdracht om de tekst en de illustraties mooi bij elkaar te zetten. Als je op de pagina naast de inhoudsopgave van de boeken kijkt, zie je dat Studio Cursief het omslag van de boeken heeft gemaakt en dat Annemieke Groenhuijzen het binnenwerk (dus de binnenkant) van de boeken heeft vormgegeven. Zij kozen de lettertypes uit en bedachten op welke pagina welke illustratie zou komen en hoe groot of klein die zou worden.
Bij de uitgeverij bekeek de redacteur het boek daarna nog heel goed door. Klopte alles? Zat er nergens meer een foutje in? Echt helemaal zeker weten?
Dan kon het boek naar de drukkerij gestuurd worden. Een drukkerij is een bedrijf dat ervoor zorgt dat van het computerbestand dat een uitgeverij opstuurt, echte papieren boeken worden gemaakt. De uitgeverij vertelt hoeveel boeken ze willen bestellen (bij Kookschool Appeltje-Eitje waren er dat 3000, bij De Wentelwens 2000). De drukker zoekt het juiste papier uit en gaat aan het werk tot er een grote stapel boeken ligt.
Die boeken gaan niet naar de uitgeverij en ook niet meteen naar de boekwinkels. Ze worden naar het Centraal Boekhuis gestuurd. Dat is een grote opslag in Culemborg waar alle Nederlandse boeken worden opgeslagen, voor ze naar winkels of bibliotheken worden gestuurd. Bekijk dit filmpje van Het Klokhuis maar eens, dan zie je hoe het Centraal Boekhuis werkt.
Bij een uitgeverij werken ook mensen die zorgen dat de boekwinkels en bibliotheken precies weten welke boeken er bij hun uitgeverij uitkomen. Zij zorgen voor de promotie van de boeken. Zij maken een brochure van alle nieuwe boeken en gaan naar de boekwinkels om over de nieuwe boeken te vertellen. Als ze dat goed doen, worden de boekwinkels en de bibliotheken zo enthousiast dat ze denken: dat boek willen wij verkopen of uitlenen! Dan bestellen ze die boeken bij het Centraal Boekhuis.

En dan … kom jij langs in de winkel of de bibliotheek en kun jij het boek lezen.
Zo zie je dus dat ‘mijn boeken’ niet ‘mijn boeken’ zijn. Zonder de uitgever, de redacteur, de illustrator, de vormgever, de drukker, de mensen van het Centraal Boekhuis en de medewerkers van boekenwinkels en bibliotheken, zou jij mijn boeken (en alle boeken van andere schrijvers) helemaal niet kunnen lezen!

Bij mijn gedichtenbundel Gewoon een droom ging het ongeveer hetzelfde als bij de boeken over Trom, maar … dat boek werd uitgegeven door Uitgeverij Querido.
Wat bijzonder aan dit boek is, dat ik al samen met Marco Faasen (die de foto’s maakte en dus de illustrator van de bundel is) aan het werk was, voor we wisten dat Uitgeverij Querido ons boek wilde uitgeven. Ook bijzonder is dat Marco eerst foto’s maakte en dat ik daar vervolgens gedichten bij schreef. Later draaiden we dat om. Toen maakte ik ook gedichten, waarbij hij foto’s maakte. De vormgever van Gewoon een droom (zowel van het omslag als het binnenwerk) is Herman Houbrechts.