GEDICHTEN
Rapport
Verzoek
Als mijn hart haar laatste roffel heeft geslagen\r\nzet dan geen steen en strooi geen kiezels op mijn graf.\r\nDie levenlozen weten niets van sterven.\r\nLeg liever een stam neer van een pas gekapte boom\r\nen kom\r\nkom kijken\r\nkom steeds weer kijken.\r\nZie hoe schimmels en spinnen hun netwerk maken\r\nhoe larven zich onder het schors verschansen\r\nhoe torren en kevers met hun kaken\r\nhet hout vermurwen tot het sponzig wordt\r\nen wacht\r\nen wacht\r\nwacht nog heel even\r\ntot de lente komt\r\nmet net uitgevlogen vogels die insecten pikken\r\ncolonnes mieren die hun eieren verleggen\r\nen het limoengroen blad van een kastanjespruit\r\ndat zich van het molmhout naar de zon uitstrekt.\r\nZo zal het ook mij vergaan:\r\nna mijn dood zal ik leven geven.\r\n\r\n \r\n\r\n© Linda Vogelesang\r\n\r\n \r\n\r\nDit gedicht verscheen in Seizoenen van het leven – hedendaags getijdenboek\r\n Ook las ik het voor bij Herinnering Verlicht op 28 oktober 2015
Winterslaap
\r\n\r\n© tekst: Linda Vogelesang\r\n© illustratie: Gerard Metz\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nVan Pommeren’s Winterboek, Uitgeverij Van Pommeren, 2011
Assepoester
© tekst: Linda Vogelesang\r\n© illustratie: Gerard Metz\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nVan Pommeren’s Winterboek, Uitgeverij Van Pommeren, 2011
Dooie mus
\r\n\r\n©tekst: Linda Vogelesang\r\n©illustratie: Willem Lagerwaard (beeld)\r\n\r\nIn: Vijf draken verslagen\r\nUitgeverij Querido (2011)
Lieve juf
\r\n\r\n©tekst Linda Vogelesang\r\n©beeld Nikki Smits\r\n©poster: Plint\r\n\r\nEen iets langere versie van dit gedicht verscheen in:\r\nHet grote HELDENboek, Uitgeverij Callenbach, 2011\r\n(met boekenlegger)
Koffie
Het is weer zaterdag.\r\nLangzaam pruttelt kleurloos water\r\ntot donkerzwart\r\nen kringelt\r\nde geur van gezellig\r\ndoor het huis.\r\nElke week probeer ik een slok\r\nmaar zelfs met veel suiker en melk\r\nben ik telkens\r\nnet nog niet volwassen.\r\n\r\n© Linda Vogelesang\r\n\r\n \r\n\r\nFemmie den Ouden maakte het schilderij bij dit gedicht.
In bad
Een roodborstje neemt een bad\r\nin een verse regenplas\r\nin onze tuin.\r\nIk kijk en kijk en kijk\r\nhoe zij druppels\r\nop haar vleugels spat,\r\nmet haar snavel al haar kleuren\r\nweer op orde brengt\r\nen zachtjes, van plezier,\r\neen liedje fluit.\r\nIk houd het niet meer uit\r\nen zucht.\r\nZij vlucht.\r\nWil ze nu dat ik mij schaam\r\nvoor mijn gegluur?\r\nWaarom?\r\nZe had toch nog\r\nal haar veren aan?\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\n\r\n \r\n \r\n \r\n \r\n \r\nFoto’s: Jan Tregot\r\n
Storm op zee
Storm op zee, storm op zee\r\nin onze afwasbak.\r\nAlle vetpiraten en broodkruimelmatrozen\r\nhadden niet in de gaten\r\ndat er noodweer was voorspeld\r\ntoen zij kozen voor het ruime sop.\r\nZe proberen nog te hozen\r\nen zich vast te grijpen\r\naan een pannenrand.\r\nAls na een minuut of zeven\r\nde zee weer is bedaard\r\nen de lucht is opgeklaard\r\nliggen alle schepen\r\nzonder schade in de haven.\r\nMaar de bemanning is verzopen\r\nen door de gootsteen afgedropen.\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n© illustratie: Fleur (groep 5 van basisschool De Rank in Schagen)\r\n \r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nWie heeft hier met verf lopen smijten?\r\nUitgeverij Querido, 2010\r\n\r\n \r\n\r\n \r\n\r\n\r\nDit gedicht droeg ik voor tijdens de declamatiewedstrijd ‘De Gouden Lijst’ op de Middag van het kinderboek 2010. Annet Bremen won de Gouden Lijst, Jelmer Soes de Zilveren Lijst en ik kreeg de Bronzen.
Het ei van Columbus
Hoe weten ongeboren kuikens\r\ndat de wereld groter is dan hun ei?\r\nEn hoe komen ze erbij\r\nom na precies drie weken\r\nde schaal met hun snavel\r\nopen te breken?\r\nHet is of Columbus’ geest\r\nlangs alle nesten waart\r\nen roept: ‘Jongens!\r\nOpgelet allemaal!\r\nDe wereld is rond\r\nen niet ovaal!’\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\n \r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nWie heeft hier met verf lopen smijten?\r\nUitgeverij Querido, 2010
Olle
Vanavond was ik kwaad.\r\nStampend ging ik naar boven.\r\nIk gooide beer Olle uit het raam\r\nen mikte spuug\r\ntegen de ruit.\r\nOver mijn spiegelbeeld\r\ngleed de klodder naar beneden\r\nals een soort van slome traan.\r\nHij deed voor\r\nwat bij mij nog kwam:\r\nzoute druppels\r\nlangs mijn wang.\r\nOlle, snikte ik.\r\nOlle, kom!\r\nWaarom was ik ook zo stom?\r\nNu lag hij in de tuin.\r\nTe ver om mij te troosten.\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nZeg gauw iets spijkerhards, Uitgeverij Querido, 2003
Verdwaalkunst
Vandaag ga ik verdwalen.\r\nIk sla linksaf, rechts en weer naar links.\r\nOver de brug en de rivier.\r\nHier ben ik onbekend.\r\nHet park, de flats, de bomen:\r\nnog nooit gezien.\r\nHet gras, de bakker, het café:\r\nnog nooit geroken.\r\nHoera!\r\nGelukt!\r\nVerdwaald!\r\nMaar dan …\r\nkomt lijn vijf de hoek omrijden.\r\nDie gaat door mijn straat.\r\nBetrapt! denk ik kwaad\r\nals ik ben ingestapt.\r\nMorgen probeer ik het wel weer.\r\n\r\n© Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nOnderweg, BoekieBoekie nr. 67, 2007\r\n\r\nHet gedicht maakte ik bij deze kaart-jurk\r\nvan Elisabeth Lecourt
Kikkerprins
Mijn liefste kikkerprins,\r\nhoud moed,\r\nwant ik ben onderweg.\r\nIk had een stoplicht tegen\r\nen files op de wegen\r\ndie leiden naar jouw paddenpoel.\r\nNu nog een brug die openstaat\r\nen langs een opgebroken straat,\r\neen zandweg vol met kuilen.\r\nDan drie keer links\r\n- of was het rechts? -\r\ndan nog door zeven sloten,\r\nen langs het luchtkasteel.\r\nEn dan\r\nEn dan\r\nEn dan\r\nEn eindelijk, ja dan\r\ndan ben ik bij je.\r\nEn dan komt alles goed.\r\nTenminste: als er niets tegenzit.\r\nDus kikkerprins:\r\nHoud moed!\r\n\r\n© Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nRecycle, BoekieBoekie nr. 57, 2004\r\n\r\nHet gedicht maakte ik bij dit recycle-beeld van Carolien Adriaansche
Vliegles
In het nestje op een zijtak\r\nvan de meidoorn naast ons huis\r\nzit iets wat duif wil wezen:\r\neen snavel, poten en wat pluis.\r\n\r\nZijn moeder roekoet van beneden\r\nwaarom het zo lang duren moet.\r\nSimpel koeren: zij kan vliegen.\r\nHet moet wel in één keer goed.\r\n\r\nHet jonge duifje wappert even\r\nals een soort van laatste test.\r\nEn laat zich vallen in het diepe:\r\nVerder, verder van het nest.\r\n\r\nNet voor het dier te pletter valt\r\nvouwt hij zijn vleugels open.\r\nWat ben ik blij dat mama mij\r\nalleen heeft leren lopen!\r\n\r\n© Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nIk wil een naam van chocola, Uitgeverij Querido, 2009
Haas
Papa en ik zongen\r\nin een groen, groen knollenland\r\ntoen we jou\r\n- heel parmant – zagen zitten\r\nlangs de kant van de weg.\r\nHoorden je lange oren niets?\r\nEn wat zagen je ogen?\r\nSpeelde je soms haasje-over\r\nmet de banden van onze wagen?\r\nNa de klap\r\nwaren wij stil.\r\nIk keek naar papa.\r\nDie leek ineens\r\nop een verdrietige jager.\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nZeg gauw iets spijkerhards, Uitgeverij Querido, 2003 en in\r\nFluit zoals je bent, Uitgeverij Querido / Uitgeverij De Eenhoorn, 2009\r\n\r\nDe illustratie werd gemaakt door Carll Cneut en staat in\r\n’Fluit zoals je bent’.
Honing
Ik eet een boterham met honing\r\nbuiten in de zon.\r\nDat is het lekkerste,\r\nhet zoetste,\r\nhet liefste wat ik doe.\r\nBehalve nu.\r\nDrie bijen zoemen\r\nrond mijn oor.\r\nIk zwaai en mep en roep naar hen:\r\n“Blijf af! Dat is mijn boterham.”\r\nMaar de bijen gonzen nijdig door.\r\nZe hebben gelijk:\r\nWe moeten delen.\r\nDe honing is van hen.\r\nIk snij de boterham in tweeën,\r\nneem mijn helft\r\nen ren.\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nAl mijn later is met jou, Uitgeverij Querido, 2004\r\n\r\n \r\n\r\nNicole Peters maakte de installatie bij dit gedicht bij Kunst over de grens (Kranenburg, juni 2015)
Lief zusje,
Zoals je nu kijkt\r\nben je op je mooist.\r\nDaarom noem ik jou zo graag\r\nkattenkop, moederskind\r\nof spillebeen.\r\nIk ben alleen maar zo gemeen\r\nom jouw ogen\r\nop het randje tussen zomerzon\r\nen storm op zee:\r\ntwee regenbogen.\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nIk wil een naam van chocola, Uitgeverij Querido, 2009\r\n\r\nHanneke van Broekhoven maakte bij het gedicht dit schilderij.\r\n
Oranjeachtig rozerood
De zon zakt\r\nen de dagelijkse kleuren\r\nvloeien samen\r\nalsof een schilder\r\nzijn kwast schoonspoelt\r\nin een glazen pot:\r\nde tinten van het doek\r\nwaaien door het water.\r\nTwintig, dertig tellen later\r\nmengen ze tot donker\r\nen zakken naar de bodem.\r\nKijk!\r\nZo valt de nacht.\r\n\r\n©Linda Vogelesang\r\n\r\n \r\n\r\nDit gedicht is verschenen in:\r\nZeg gauw iets spijkerhards, Uitgeverij Querido, 2003\r\nTussen de regels (leesboek C), Uitgeverij Zwijsen, 2004\r\nMet duizend blote ogen, Uitgeverij Averbode, 2005\r\n\r\nLisa Brandenburg maakte voor ‘Tussen de regels’\r\nde illustratie bij het gedicht.