VERHALEN

Sponsbeest

Diep in de zee leven de meest sprookjesachtige dieren en planten. Geniepige gedrochten zoals de haai en de sidderaal, maar ook sierlijke dieren als zeepaardjes en dolfijnen. Zeeanemonen, wieren en koralen maken van de zee een kleurrijk sprookjesbos.\r\nHeb je geen duikpak of zee bij de hand? Maak dan je eigen sprookjeszee met sponsbeesten.\r\n\r\nAan de slag\r\nWaterdieren kun je van allerlei materialen maken. Zolang ze maar tegen water kunnen, natuurlijk. Een schuursponsje kan een goed begin zijn. Knip het in de juiste vorm en naai of knoop er tentakels, vinnen of kieuwen aan. Gebruik hiervoor lapjes, knopen, touw, plastic zakjes of andere frutsels. Plakken lukt alleen als je lijm watervast is.\r\nIs je sponsbeest klaar? Laat dan je bad of wasbak vollopen en kijk hoe je beest zich in het water voelt. Is het een zwever, een zwemmer of een zinker?\r\n\r\nExtra\r\nDoe wat water in een stevige, doorzichtige plasticzak, stop je sponsbeest erin, knoop de zak goed dicht en je hebt een sprookjesachtig zeecadeau!\r\n\r\nKijk een gibra sponsbeestNodig\r\nschaar\r\nlijm(pistool)\r\nschuursponsjes\r\nschuimrubber\r\nplastic zakjes\r\nknoopjes\r\ngekleurd plastic touw\r\nplastic frutsels\r\nschoonmaakdoekjes\r\nbak met water, aquarium of bad\r\n\r\nDeze tekst is verschenen in:\r\nKijk een gibra\r\nVilla Zebra, 2010\r\n\r\nEn wij maakten het boek:\r\n\r\nKijk een gibra makers.klein\r\n

\r\nMarieke Stein, Cham Horn, Geeske de Graaff, Art Collart en ik. 

De eetfabriek

Willeke de Boer - De eetfabriek.kleinHeb jij je lichaam wel eens aan de binnenkant bekeken? Nee? Dan gaat dat nu veranderen, want binnen een paar tellen gaan we op reis, je eten achterna, je lichaam in. Verwacht geen tropische bestemming (al is een temperatuur van 37 graden natuurlijk lang niet slecht!). Je lichaam heeft geen witte stranden, palmbomen en een azuurblauwe zee. De reis die wij gaan maken is veel eerder een excursie door een grote fabriek, vol machines en apparaten. Daar gaat eten in en er komt energie om te groeien, te springen en te zingen uit. En poep en plas natuurlijk!\r\n\r\nAlleseter?\r\nWe beginnen onze excursie in je mond. Daar komen alle spruitjes, witlof en bruine bonen je lichaam binnen. Wat zeg je? Lust je dat niet? Toch ben je, net als alle andere mensen, een alleseter. Bekijk je gebit maar eens goed. Zie je die verschillende soorten tanden? Je hoek- en snijtanden zijn heel scherp, zodat je vlees kunt verscheuren. En je kiezen hebben knobbels, waarmee je je groente en brood vermaalt. (Het is goed dat je vader en moeder niet mee zijn. Anders zouden ze dit vast tegen je gebruiken als je je bord niet wilt leegeten!)\r\n

Zwemles

‘Jurre, schiet eens op! Je zwemles gaat bijna beginnen!’\r\nJurre zit in een kleedhokje. Hij heeft één schoen uit. Maar zijn andere schoen, zijn sokken, zijn broek, zijn trui en zijn hemd … die moeten nog. Gelukkig kan mama dat niet zien.\r\n‘Jurre?’ Mama klopt op de deur van het hokje. ‘Ben je soms in slaap gevallen?’\r\n‘Nee hoor! Ik ben bijna klaar,’ jokt Jurre. Hij heeft helemaal geen zin in zwemles. Al dat natte, koude water om zich heen. En die vreselijke meester Bart, die steeds maar schreeuwt dat het anders moet. ‘Je armen recht langs je oren!’ roept hij dan. En: ‘Hoofd boven water! Sluiten die benen!’ Jurre doet het nooit goed. Hij zucht.\r\n‘Jurre, schiet nou op!’ Mama klinkt nu echt een beetje boos.\r\nSnel doet Jurre zijn sokken uit. Was het maar dinsdag vandaag. Dan had hij toneelles bij juf Tess. Dat is veel leuker dan zwemles! Bij juf Tess oefenen ze voor een echte voorstelling. Jurre is de kikkerprins. Hij mag in een groen pak en hij krijgt een gouden bal. Als Meike hem een kus geeft, doet hij snel zijn masker af. Dan is hij ineens een echte prins geworden. Nog drie weken. Dan treden ze op in de grote zaal. Papa, mama, oma Tillie en tante Margreet komen allemaal kijken. Was het alvast maar zo ver …\r\n\r\n

In de boot genomen

festina lente - Edith Madou.klein\r\nHet was een gespartel van jewelste in de zee. ‘Een vissersboot! Een vissersboot! Alarm! Naar de schuilkelders! Duik onder! Duik onder!’\r\n‘Rustig maar!’ riep de visser, met een brede lach. ‘Ik heb geen kwaad in de zin. Ik kom op familiebezoek!’\r\n‘Familiebezoek?’ Een stoere, nieuwsgierige haring stak zijn kop boven water. ‘Heb je hier familie dan?’\r\n‘Jazeker!’ zei de visser. ‘Zo’n beetje mijn hele familie woont hier. Jij bent ook een verre neef van mij.’\r\n‘Ik? Van jou?’ vroeg de haring verbaasd.\r\n‘Jazeker!’ zei de visser.\r\nOndertussen staken steeds meer vissen hun kop boven het wateroppervlak. ‘Ik ook? Ik ook?’ klonk het van alle kanten.\r\n‘Jullie zijn allemaal familie. Vroeger – zo’n driehonderd zestig miljoen jaar geleden – was ik ook een vis. Net als jullie had ik een glimmend, glad vel, met kieuwen en vinnen. Maar …’ Hij zuchtte. ‘Ik was diepongelukkig. De wereld was zoveel groter dan die natte, grijze, zoute zee. Er was land! En op dat land waren bergen en vulkanen, woestijnen en ijspolen, toendra’s en oerwouden. Ik wilde eruit! De wereld verkennen! Het land op! Dus dat deed ik.’\r\n