Boekbespreking
Wil je een boekbespreking houden over een van mijn boeken? Wat leuk! Op deze pagina vind je informatie die je daarvoor kunt gebruiken. Heb je een vraag voor mij? Stuur me dan gerust een mailtje. Veel succes!!!
Over Gewoon een droom
Bij mijn gedichtenbundel Gewoon een droom maakte Mari-anne Hof een liedje. Nu kun je het gedicht Niet waar uit de bundel beluisteren, lezen en zelf (mee)zingen.
Niet waar – ingezongen:
Niet waar – zonder zang:
Over De Wentelwens
De Wentelwens is het tweede (en laatste) boek over de kookschool van Trom. Het boek kwam in 2012 uit. In dit boek is Sylvie de hoofdpersoon en zij baalt ervan dat haar broer Sep alle aandacht van haar vrienden krijgt nu hij is gescout door een professionele voetbalclub. Ze doet een wens, maar als die uit lijkt te komen, krijgt ze spijt. Gelukkig is Trom er om haar te helpen.
Wist je dat …
- ik voor dit boek naar NEC (de voetbalclub van Nijmegen, waar ik woon) ging om spelers van de voetbalacademie te interviewen?
- ik daar onder andere sprak met Jep van Dijck en Sam van Hasselt en dat ik ook bij hen thuis op bezoek ging en met hun ouders, broers en zus sprak, zodat ik te weten kwam hoe het is om zo goed en zo veel te voetballen als zij doen? (en hoe het is om een broer te hebben zoals zij, zodat ik Sylvie ook beter kon begrijpen).
- het geen toeval is dat Sep Sep heet? Ik heb de namen van Jep en Sam door elkaar gehusseld. Jep + Sam = Sep!
- het geen toeval is dat Jep bij FC Hasseldijck speelt? Ik heb de achternamen van Jep en Sam door elkaar gehusseld. Van Hasselt + Van Dijck = (FC) Hasseldijck!
- Jep en Sam het eerste exemplaar (nou ja: de eerste twee exemplaren) van De Wentelwens in ontvangst hebben genomen?
- ik zelf helemaal niet goed kan voetballen? Vroeger was ik zelfs bang voor de bal!
- ik wel van hardlopen hou? Dat Trom in dit boek leert hardlopen van Liselore en Marijn is dus geen toeval!
- Jep en Sam geïnterviewd zijn voor de NEC-krant? Je kunt het interview hier lezen: Interview Jep en Sam.
- Jep en Sam nog steeds op de voetbalacademie van NEC zitten?
- Ik een Sep en Sylvie-quiz heb gemaakt, waarmee je kunt testen of je meer op Sep of meer op Sylvie lijkt? De quiz vind je hier: De Sep en Sylvie-quiz (ook leuk om in de klas te doen!)
Over Kookschool Appeltje-Eitje
Begin 2011 kreeg ik een superleuke brief van Uitgeverij Ploegsma. Ik had meegedaan aan een schrijfwedstrijd, waarbij je een idee moest insturen voor een kinderboekenserie over een kookschool. In de brief die ik kreeg, stond dat ik de prijs gewonnen had. En dat betekende dat mijn boeken echt uitgegeven zouden worden!
In eerste instantie zou het boek gaan over een jongetje dat bang was voor een krokodil onder zijn bed. Maar omdat de boeken voor kinderen van ongeveer 8 jaar geschreven zouden worden, was dat een beetje te kinderachtig.
Mijn neefje Jelle was op dat moment 8 jaar. Ik vroeg hem waarvoor hij ’s nachts wel eens bang was. Natuurlijk was hij nooit bang, maar hij had wel een goed idee: het boek zou kunnen gaan over een jongen van wie de poes net was overreden door een auto (dat was bij Jelle ook gebeurd). En dan zou die jongen ’s nachts denken (of dromen) dat die poes toch bij hem op bed zou slapen. Wat een goed idee! Ik ging meteen aan het werk.
Wist je dat:
- het geen toeval is dat Jelmer Jelmer heet? Ik heb hem naar Jelle genoemd.
- Jelle twee broers heeft (Tijn en Kars), maar Jelmer dus niet?
- Jelle net als Jelmer in de Boslaan woont?
- de poes van Jelle echt Polle heette (en dus ook echt is overreden)?
- Jelle ook echt op Jelmer lijkt? Ik stuurde zijn foto naar Natscha Stenvert die de illustraties maakte. Kijk maar naar de foto hiernaast: De poes die hij vasthoudt is niet Polle, maar mijn poes Sien (die leeft gelukkig nog!)
- het Koekoeksplein zo heet omdat een vriendin van mij daar heel dichtbij woont?
- mevrouw Dijk en mevrouw Wansink in het echt één mevrouw waren? Mijn oma heette namelijk mevrouw Dijk-Wansink. Toen mijn opa overleden was, plaagden we haar altijd door te zeggen dat ze stiekem verliefd was op haar overbuurman. Die heette meneer De Graaf en heeft ook een plekje in het boek gekregen.
- mijn moeder kookjuf was, net als Trom? Helaas had ze geen kookschool, maar ze leerde mij en mijn zussen wel goed koken.
- ik als klein meisje echt een keer kameel bestelde bij de visboer? Die begreep er niets van.
- ik de rest van het verhaal (bijna) helemaal uit mijn dikke duim heb gezogen?
Hoe maak je een boek?
Op de boeken die ik geschreven heb, staat in grote letters mijn naam. Daardoor zou je misschien denken dat ik dat boek in mijn eentje heb gemaakt. Maar dat is echt niet het geval!
Het verhaal van Kookschool Appeltje-Eitje en De Wentelwens heb ik geschreven. Ook de gedichten uit Gewoon een droom heb ik gemaakt. Maar met alleen een verhaal of een serie gedichten heb je nog geen boek!
Toen ik de verhalen over Trom geschreven had (ik schreef verschillende versies voor ik helemaal tevreden was), stuurde ik ze op naar Uitgeverij Ploegsma. Voor ik ging schrijven, had ik met de mensen daar al afgesproken hoe mijn verhaal ongeveer ging worden, voor welke leeftijd het zou zijn en wanneer ik het klaar zou hebben.
De baas van een uitgeverij heet een uitgever. De uitgever bedenkt welke boeken er gemaakt zullen worden. Als schrijver mag je natuurlijk je eigen boek verzinnen, maar de uitgever beslist of het boek past bij hun uitgeverij. Zo niet? Dan kun je het bij een andere uitgeverij proberen, of het boek zo aanpassen dat het wel bij deze uitgeverij past.
Mijn verhaal over Trom werd bij uitgeverij Ploegsma gelezen door de redacteur. Een redacteur is iemand die heel goed kan lezen en precies weet wat er goed of nog niet zo goed is aan een verhaal. De redacteur stuurde me mijn verhaal terug met haar op- en aanmerkingen, die ik vervolgens ging verwerken. Dankzij de redacteur werd mijn verhaal nog veel beter, want als schrijver kijk je gemakkelijk over je eigen fouten heen.
Het verhaal was nu helemaal af, maar er moesten nog illustraties (tekeningen) bij gemaakt worden. Ik kan zelf wel schrijven, maar in tekenen ben ik niet zo goed. Daarom werd er door de redacteur een illustrator gezocht die tekeningen kon maken die goed bij mijn verhaal pasten. Natascha Stenvert wilde dat doen. Ze heeft niet alleen getekend, maar ook stukjes van foto’s gebruikt. Op de voorkant van Kookschool Appeltje-Eitje zie je een echte boom en echte huizen. De gezichten van Trom en Jelmer heeft Natascha getekend, maar als je goed kijkt, zie je dat de stofjes van hun kleren ook foto’s zijn. Ook de spijkerbroeken op de voorkant van De Wentelwens zijn van echte spijkerstof gemaakt. Leuk he? Bij de zwart-wit-tekeningen in de boeken heeft ze dat ook gedaan. Kijk maar eens of je dat kunt ontdekken.
Nu was het verhaal klaar en de tekeningen ook, maar het boek was nog niet af. Een vormgever kreeg de opdracht om de tekst en de illustraties mooi bij elkaar te zetten. Als je op de pagina naast de inhoudsopgave van de boeken kijkt, zie je dat Studio Cursief het omslag van de boeken heeft gemaakt en dat Annemieke Groenhuijzen het binnenwerk (dus de binnenkant) van de boeken heeft vormgegeven. Zij kozen de lettertypes uit en bedachten op welke pagina welke illustratie zou komen en hoe groot of klein die zou worden.
Bij de uitgeverij bekeek de redacteur het boek daarna nog heel goed door. Klopte alles? Zat er nergens meer een foutje in? Echt helemaal zeker weten?
Dan kon het boek naar de drukkerij gestuurd worden. Een drukkerij is een bedrijf dat ervoor zorgt dat van het computerbestand dat een uitgeverij opstuurt, echte papieren boeken worden gemaakt. De uitgeverij vertelt hoeveel boeken ze willen bestellen (bij Kookschool Appeltje-Eitje waren er dat 3000, bij De Wentelwens 2000). De drukker zoekt het juiste papier uit en gaat aan het werk tot er een grote stapel boeken ligt.
Die boeken gaan niet naar de uitgeverij en ook niet meteen naar de boekwinkels. Ze worden naar het Centraal Boekhuis gestuurd. Dat is een grote opslag in Culemborg waar alle Nederlandse boeken worden opgeslagen, voor ze naar winkels of bibliotheken worden gestuurd. Bekijk dit filmpje van Het Klokhuis maar eens, dan zie je hoe het Centraal Boekhuis werkt.
Bij een uitgeverij werken ook mensen die zorgen dat de boekwinkels en bibliotheken precies weten welke boeken er bij hun uitgeverij uitkomen. Zij zorgen voor de promotie van de boeken. Zij maken een brochure van alle nieuwe boeken en gaan naar de boekwinkels om over de nieuwe boeken te vertellen. Als ze dat goed doen, worden de boekwinkels en de bibliotheken zo enthousiast dat ze denken: dat boek willen wij verkopen of uitlenen! Dan bestellen ze die boeken bij het Centraal Boekhuis.
En dan … kom jij langs in de winkel of de bibliotheek en kun jij het boek lezen.
Zo zie je dus dat ‘mijn boeken’ niet ‘mijn boeken’ zijn. Zonder de uitgever, de redacteur, de illustrator, de vormgever, de drukker, de mensen van het Centraal Boekhuis en de medewerkers van boekenwinkels en bibliotheken, zou jij mijn boeken (en alle boeken van andere schrijvers) helemaal niet kunnen lezen!
Bij mijn gedichtenbundel Gewoon een droom ging het ongeveer hetzelfde als bij de boeken over Trom, maar … dat boek werd uitgegeven door Uitgeverij Querido.
Wat bijzonder aan dit boek is, dat ik al samen met Marco Faasen (die de foto’s maakte en dus de illustrator van de bundel is) aan het werk was, voor we wisten dat Uitgeverij Querido ons boek wilde uitgeven. Ook bijzonder is dat Marco eerst foto’s maakte en dat ik daar vervolgens gedichten bij schreef. Later draaiden we dat om. Toen maakte ik ook gedichten, waarbij hij foto’s maakte. De vormgever van Gewoon een droom (zowel van het omslag als het binnenwerk) is Herman Houbrechts.